Actieplan tegen gevaarlijk vet

6 december 2022 Sylvia Aué

Buikvet heeft inmiddels een enorm slechte reputatie omdat onderzoek heeft uitgewezen dat het het risico op tal van ziekten vergroot. Wat helpt om het vet in de buikholte af te breken?

Of je wel of niet geneigd bent vetweefsel in de buikholte op te slaan heeft te maken met je genen, geboortegewicht (kleine baby’s hebben een verhoogd risico) en hormonale veranderingen (menopauze). Ook de leeftijd speelt een rol: op middelbare leeftijd hoopt zich meer vet op in de buikholte. En als een vrouw kinderen heeft gebaard, heeft ze ook al meer kans op buikvet. Aan dergelijke risicofactoren is weinig of niets te veranderen, maar dat betekent niet dat er niets tegen visceraal vet te doen is.

In het algemeen geldt dat wie gewicht verliest en in omvang afneemt ook visceraal vet zal verliezen. Maar er is meer. Belangrijk is ook om te stoppen met roken. Hoewel rokers vaak een lagere BMI hebben dan niet-rokers, hebben ze meestal wel meer buikvet.
Voldoende slapen is eveneens cruciaal. Een slaaptekort maakt het ‘verzadigingshormoon’ leptine minder effectief. Daardoor eet je meer, kom je aan en bouw je meer visceraal vet op. Stressreductie (en daarmee een vermindering van het hormoon cortisol) helpt misschien niet bij de afbraak visceraal vet, maar wel tegen de opbouw ervan.

Voedingsadviezen

Aan de Wageningen Universiteit werd onderzocht welk dieet buikvet het effectiefst aanpakt (Belly Fat Study). Proefpersonen werden op twee verschillende diëten gezet, beide met evenveel calorieën. Het ene dieet bevatte extra veel onverzadigde vetten, vezels en plantaardige eiwitten en nauwelijks fructose, het andere dieet niet. De proefpersonen die het ‘gezonde-nutriënten-dieet’ volgden verloren 2,1 kg meer lichaamsgewicht dan de groep met het andere dieet. Ook wezen de testuitslagen erop dat het ‘verrijkte dieet’ effectiever was in het verminderen van de insulinegevoeligheid, het verlagen van het LDL-cholesterol én het afbreken van visceraal vet. Verder lieten studies zien dat voldoende calcium en vitamine D in het lichaam helpt om vetopslag in de buikholte te voorkomen. Een gezonde darmflora zou de opbouw van visceraal vet ook tegengaan; gefermenteerde producten zijn dus aan te raden.
Wie gezonder gaat eten en meer gaat bewegen zal in de regel gewicht verliezen en ook de hoeveelheid buikvet reduceren. Dát werd al aangetoond in de eerste grote studie naar het effect van beweging op visceraal vet: 6 dagen per week 30 minuten wandelen gaat de opbouw van buikvet tegen. Voor de afbraak moet langer worden gewandeld: een uur per dag resulteert na drie maanden in een verlies van 30 procent aan visceraal vetweefsel. Buikvet wordt waarschijnlijk nog effectiever afgebroken als er daarnaast drie keer per week aan krachttraining wordt gedaan.

Risicofactoren

De kans op veel ‘buikvet’ is groter als er sprake is van overgewicht, maar toch kunnen ook slanke mensen dit zogenoemde visceraal vet hebben opgebouwd. Helaas kun je alleen met een CT- of MRI-scan onomstotelijk vaststellen of er vet in de buikholte en rond de maag, lever en darmen zit. Wel zijn er manieren om erachter te komen of er vermoedelijk sprake is van visceraal vet en of er dus actie ondernomen moet worden. En dat laatste moet, want buikvet verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, beroertes, diabetes type 2, leververvetting, prostaat-, borst- en darmkanker en dementie.

De omvang van de taille is een belangrijke aanwijzing. Deze wordt gemeten met een meetlint rond het middel langs de onderste rib en de navel. Voor vrouwen geldt dat een omtrek van 88 cm of meer wijst op een teveel aan visceraal vet, voor mannen is dat 102 cm of meer. Voor mensen van Aziatische afkomst gelden andere cijfers: voor vrouwen is een tailleomtrek van 80 cm of meer te hoog, voor mannen een omtrek van 90 cm of meer.
Ook de lichaamsvorm is veelzeggend. Lijkt het lichaam eerder op een appel (ronde maag en buik, slanke bovenbenen) dan op een peer (brede heupen en bovenbenen) dan is er grote kans dat er sprake is van veel visceraal vet.

Stofjes

Vetweefsel in de buikholte is hormonaal actief en beïnvloedt diverse processen in het lichaam. In feite zijn de vetcellen endocriene orgaantjes, die hormonen en andere moleculen afscheiden. En die kunnen schadelijk effecten hebben.
Dankzij wetenschappelijk onderzoek weten we dat buikvet ervoor zorgt dat er meer cytokines in het lichaam circuleren. Cytokines zijn belangrijk voor het afweersysteem, maar een teveel aan deze eiwitten resulteert in laaggradige ontstekingen die onder meer schadelijk zijn voor hart en bloedvaten. Buikvet produceert ook een voorloper van een eiwit dat ervoor zorgt dat de bloedvaten samentrekken en de bloeddruk stijgt. Daarnaast zorgt visceraal vet voor stofjes die de bloeddruk en bloedstolling beïnvloeden en de gevoeligheid voor insuline verminderen (insulineresistentie, wat kan ontaarden in diabetes).
Vrije vetzuren die vrijkomen uit visceraal vet, komen via de poortader in de lever terecht, waar ze de productie van bloedlipiden beïnvloeden en zo een hoog LDL-cholesterol veroorzaken. En last but not least: onderzoek liet zien dat veel buikvet een verhoogd risico geeft op dementie. Gezonde mensen van begin 40 werden in twee groepen verdeeld: mensen met veel en mensen met weinig visceraal vet. Die twee groepen werden zo’n 35 jaar later met elkaar vergeleken. Toen bleek dat de groep met het meeste visceraal vet drie keer zoveel kans had op dementie in vergelijking met de groep met het minste visceraal vet. Overgewicht op zich bleek niet van invloed te zijn op het dementierisico. 

Altijd op de hoogte blijven?