Het belang van ervaringsgerichte voedseleducatie
Foto: Kokkerelli
Hoe groeien tomaten? Wat is gezonder: groenten stomen of koken? Vragen die het gros van de Nederlanders moeilijk te beantwoorden vindt, terwijl voedselvaardigheden en voedingskennis juist de basis zijn voor goede gezondheid.
Onze voedingsgewoonten zijn drastisch veranderd in de afgelopen vijftig jaar. Traditionele maaltijden hebben veelal plaatsgemaakt voor kant-en-klaarmaaltijden, gemaksvoedsel en afhaalmaaltijden, waarin essentiële voedingsstoffen vaak ontbreken. Door een ervaren gebrek aan tijd en het ontbreken van belangrijke kookvaardigheden, spenderen we minder tijd in de keuken én aan tafel [1, 2]. We koken niet meer, we warmen op. Gemaksvoedsel lijkt de norm geworden.
De toenemende consumptie van gemaksvoedsel – rijk aan suiker, zout en vet – is ongezond. Het draagt bij aan gewichtstoename [3]. Op dit moment heeft meer dan de helft van de Nederlandse volwassenen overgewicht of zelfs obesitas. Ernstig overgewicht is geassocieerd met een verhoogd risico op andere ziektes en aandoeningen, zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten, en bepaalde soorten kanker [4].
Hoewel er verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan van overgewicht, speelt een ongezond voedingspatroon een belangrijke rol. Een combinatie van een te lage inname van groente en fruit, het regelmatig consumeren van afhaalmaaltijden, het gebrek aan kookvaardigheden en de toegenomen portiegroottes draagt bij aan de toegenomen mate van overgewicht [5] Ons gebrek aan tijd en aandacht voor voeding heeft niet alleen invloed op onze eigen gezondheid, maar ook op die van onze kinderen. Niet alleen onder volwassenen nemen overgewicht en obesitas toe, ook onder kinderen is dat het geval.
Steeds meer kinderen te zwaar
Recente cijfers laten zien dat 12 procent van de Nederlandse kinderen tussen de 2 en 12 jaar overgewicht heeft, en 3 procent obesitas [6]. In een schoolklas van 25 kinderen zijn er dus 4 te zwaar en dat is zorgwekkend. Hoe minder we bezig zijn met het bereiden van eten en hoe minder aandacht we besteden aan de consumptie van gezonde voeding, hoe minder kennis en vaardigheden we overdragen naar onze kinderen. En juist de kindertijd is cruciaal voor het aanleren van gezonde eetgewoonten [7]. Door kinderen mee te laten proeven, ruiken en ervaren in de keuken, dragen we bij aan een gezonder eetpatroon en een hogere inname van groenten en fruit [8, 9]. Het aanleren van gezonde voedingsgewoonten op jonge leeftijd is de basis voor een gezond eetgedrag gedurende de rest van het leven.
Er lijken dus genoeg redenen te zijn om al vroeg te beginnen met het aanleren van voedselvaardigheden. Iemand die voedselvaardig is heeft de kennis, vaardigheden en het gedrag om bewuste en gezonde keuzes te maken over voeding. Onderzoek toont aan dat volwassenen die voedselvaardiger zijn gezonder eten en een verhoogd welzijn hebben [10]. Daarentegen leidt een gebrek aan voedselvaardigheden tot het maken van minder gezonde voedingskeuzes, moeite hebben met het omgaan met voedingsinformatie, een grotere voedselverspilling en een negatieve houding tegenover voeding [11]. Maar wat is de beste manier om kinderen voedselvaardigheden bij te brengen? Wat werkt wel, wat niet?
Leren eten
Ouders spelen een belangrijke rol in het aanleren van gezonde voedingspatronen bij hun kroost, maar er is ook een grote rol weggelegd voor scholen. Kinderen spenderen een groot deel van hun jeugd op school en de onderwijssetting biedt veel mogelijkheden voor het aanleren van voedselvaardigheden. Toch wordt dat nog maar weinig gedaan. Een onderzoek van CITO laat zien dat er op Nederlandse basisscholen gemiddeld slechts 8 tot 10 uur per jaar besteed wordt aan voedseleducatie in de klas, veelal geïntegreerd in andere vakken, zoals biologie [7]. Voedseleducatie is geen prioriteit voor scholen. De werkdruk onder leraren bijzonder is hoog en hoofdvakken krijgen voorrang in het curriculum. Leren lezen, schrijven en rekenen is uiteraard belangrijk, maar dat hoeft voedseleducatie niet per se uit te sluiten. In andere landen lopen ze wat dat betreft voor op Nederland: zo is voedingseducatie een structureel onderdeel van het curriculum in Scandinavië [5].
Grofweg wordt er in de meeste educatieprogramma’s onderscheid gemaakt tussen traditionele en ervaringsgerichte methodieken [7]. Bij traditioneel onderwijs staat het overdragen van kennis centraal. Verschillende onderzoeken tonen echter aan dat kennis en vaardigheden veel effectiever worden opgenomen door ervaringsgericht leren [12]. Kolb en Fry (1975) beschrijven dit als een cyclisch proces van vier fasen. De student start met een concrete ervaring (Experience), denkt er kritisch over na (Reflection), bedenkt wat dat betekent (Conceptualisation) en toetst dat dan in de echte wereld (Experimentation) wat weer leidt tot een ervaring, en daarmee is de cirkel rond [13].
Interventies
Kolb heeft zijn model toegespitst op volwassenenonderwijs, maar het lijkt zich ook (ten dele) te lenen voor toepassing bij kinderen. In een recente, systematische analyse van studies naar meer ervaringsgerichte voedseleducatieprogramma’s bij kinderen blijkt precies het element van concrete ervaringen erg nuttig te zijn voor het aanleren van voedselvaardigheden en het vergroten van de waarde die kinderen hechten aan gezond eten [14]. Ervaringen kunnen daarbij uiteenlopen van moestuinieren op school, koken, of dingen proeven in de klas. Verschillende studies tonen aan dat door het toepassen van ervaringsgerichte voedingseducatie kinderen vaker groenten en fruit eten, een positievere houding hebben tegenover groenten en fruit, kookvaardiger zijn en gezondere voedselvoorkeuren laten zien [7, 12, 15]. Interventies die focussen op meerdere aspecten van voeding lijken effectiever te zijn dan interventies die slechts op één component focussen [16].
Daarnaast lijkt het ook belangrijk om voedseleducatie structureel aan te bieden. Programma’s hoeven daarbij niet heel lang te zijn, maar wel met enige regelmaat te worden aangeboden. Een recente, nog niet gepubliceerde studie toont aan dat het volgen van een ervaringsgericht voedseleducatieprogramma na twee jaar nog positieve effecten heeft op de houding tegenover fruit en groenten en tegenover gezondheid in het algemeen. Dat is winst, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het onzeker is of dat wel voldoende is om kinderen te wapenen tegen de vele voedselverleidingen in onze leefomgeving. Het is voorstelbaar dat met het herhaaldelijk aanbieden van deze (en andere) programma’s een nog veel grotere gezondheidswinst valt te behalen. Of dat ook zo is, zal verder onderzoek moeten uitwijzen.
Onderzoek
Voor kinderen is de relatie tussen voedselvaardigheden en dieetkwaliteit nog nauwelijks onderzocht. Onderzoekster Ilse van Lier is op dit moment bezig met het ontwikkelen van een meetinstrument om voedselvaardigheden van kinderen te meten. In samenspraak met experts op het gebied van voeding en educatie, én samen met kinderen, heeft ze een lijst ontwikkeld die met 34 vragen de voedselvaardigheden van kinderen tussen 8 en 12 tracht te achterhalen. De lijst is opgedeeld in vier categorieën, die de voedselketen van grond tot mond representeren. Daarbij worden ook maatschappelijk relevante aspecten zoals duurzaamheid, gezondheid, en cultuur meegenomen.
Meer onderzoek nodig
Ervaringsgerichte voedseleducatieprogramma’s lijken veelbelovende manieren om voedselvaardigheden te vergroten bij kinderen. En die voedselvaardigheden doen ertoe, zoveel weten we nu. Wat we nog niet weten is welk soort ervaringen centraal dienen te staan. Is kennisoverdracht in de vorm van een spelletje net zo effectief als het zelf bereiden van een maaltijd? Het ligt daarnaast voor de hand dat meer ouderbetrokkenheid de reikwijdte van een voedseleducatieprogramma vergroot. Maar ook daarvan is onbekend hoeveel meer impact er te verwachten valt of zelfs hoe deze ouders het beste kunnen worden betrokken. Kortom, er is meer onderzoek nodig. Daarbij is het belangrijk dat we ook oog hebben voor mogelijk ongewenste bijeffecten. Elke interventie – ook een voedseleducatieprogramma – kan goed maar ook kwaad doen. Neem als voorbeeld een Amerikaanse voedings- en dieetapp gericht op kinderen. In de app wordt gebruikgemaakt van het stoplichtsysteem, met rode, oranje en groene voedingsproducten. Het idee is dat kinderen inname van producten in de rode categorie beperken, terwijl ze onbeperkt mogen eten van producten uit de groene categorie. De app ligt sinds de lancering onder vuur, omdat het te zeer de nadruk zou leggen op gewichtsverlies, wat de ontwikkeling van eetstoornissen in de hand kan werken [17]. De focus van ervaringsgerichte voedseleducatieprogramma’s ligt in de regel niet op lichaamsgewicht of gewichtsverlies, en het is dus maar de vraag of dit soort programma’s op de basisschool een meer eetgestoorde attitude bevorderen in kinderen. Maar het is wél een belangrijke vraag, waar meer onderzoek voor nodig is.
Ilse van Lier* & Remco Havermans
Leerstoel Youth, Food & Health1, Maastricht University Campus Venlo.
*Correspondentie: i.vanlier@maastrichtuniversity.nl
1Youth, Food & Health is een bijzondere leerstoel en wordt gesteund door een consortium met de volgende partijen: Scelta Mushrooms, Rabobank Noord-Limburg, Royal ZON, BASF Vegetable Seeds, Seacon en de Jacques & Ellen Scheuten Foundation
____
Literatuur
1. Vanderspikken, G., Tijd, een veelzijdig ingrediënt. 2021, NICE.
2. Daniels, S., Meer dan honger stillen? Een sociaalhistorisch onderzoek naar de rol van gemaksvoeding in de Belgische naoorlogse huiskeuken, in Faculteit van de Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen en Solvay Business School. 2016, Vrije Universiteit Brussel.
3. Contento, I.R., Nutrition education: linking research, theory, and practice. 2008.
4. Khan, M. and R. Bell, Effects of a School Based Intervention on Children’s Physical Activity and Healthy Eating: A Mixed-Methods Study. Int J Environ Res Public Health, 2019. 16(22).
5. Muzaffar, H., J.J. Metcalfe, and B. Fiese, Narrative Review of Culinary Interventions with Children in Schools to Promote Healthy Eating: Directions for Future Research and Practice. Current developments in nutrition, 2018. 2(6): p. nzy016-nzy016.
6. Van Herk, R., Landelijke Jeugdmonitor 2022. 2022, Ministry of Health, Welfare and Sport.
7. Battjes-Fries, M.C., Effectiveness of nutrition education in Dutch primary schools. 2016: Wageningen University.
8. Chu, Y.L., et al., Involvement in home meal preparation is associated with food preference and self-efficacy among Canadian children. Public Health Nutrition, 2013. 16(1): p. 108-112.
9. Van der Horst, K., A. Ferrage, and A. Rytz, Involving children in meal preparation. Effects on food intake. Appetite, 2014. 79: p. 18-24.
10. Poelman, M.P., et al., Towards the measurement of food literacy with respect to healthy eating: the development and validation of the self perceived food literacy scale among an adult sample in the Netherlands. Int J Behav Nutr Phys Act, 2018. 15(1): p. 54.
11. Coene, I., Voedselvaardigheden om gezonder te eten, in NutriNews. 2021, .NICE.
12. Dudley, D.A., W.G. Cotton, and L.R. Peralta, Teaching approaches and strategies that promote healthy eating in primary school children: a systematic review and meta-analysis. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 2015. 12(1): p. 28.
13. Kolb, D., Fry, R., Toward an applied theory of experiential learning, in Theories of Group Processes, G. Cooper, Editor. 1975, Wiley: New York.
14. Varman, S.D., et al., Experiential Learning Interventions and Healthy Eating Outcomes in Children: A Systematic Literature Review. International Journal of Environmental Research and Public Health, 2021. 18(20): p. 10824.
15. Hahnraths, M.T.H., et al., The Effects of a Multi-Component School-Based Nutrition Education Intervention on Children’s Determinants of Fruit and Vegetable Intake. Nutrients, 2022. 14(20): p. 4259.
16. Velardo, S., The Nuances of Health Literacy, Nutrition Literacy, and Food Literacy. J Nutr Educ Behav, 2015. 47(4): p. 385-9 e1.
Altijd op de hoogte blijven?
Meer over
Lees ook
Lesprogramma Smaaklessen van WUR opnieuw als effectief beoordeeld
Het lesprogramma Smaaklessen van Wageningen University & Research is opnieuw erkend door het Centrum Gezond Leven van het RIVM. Het lesprogramma, dat elke vijf jaar wordt beoordeeld op kwaliteit, uitvoerbaarheid en effectiviteit, heeft de erkenning ‘Eerste aanwijzingen voor effectiviteit’ gekregen. De erkenning is verkregen op basis van resultaten uit...
Gans als borrelhapje
In ons land hebben we een overschot aan wilde ganzen. Kun je daar iets mee? Een aantal studenten bedacht een toepassing, in de vorm van borrelhapjes. Willemijn ten Hoor (22) besloot het concept verder uit te breiden en staat nu aan het roer van Saucijs UNIQ.
Prentenboek over gezonde voeding voor basisscholen
Studio Groot doneert samen met Koppert Cress een prentenboek over gezonde voeding aan alle basisscholen in Westland en Midden-Delfland. Het boek vertelt kinderen de do’s en don’ts van gezonde voeding en legt uit waarom vitamines belangrijk zijn.