‘Wat is de optimale verhouding tussen de macronutriënten in de (Nederlandse) voeding in het kader van de preventie van aan voeding gerelateerde chronische ziekten?’ Deze vraag stond centraal op de bijeenkomst die afgelopen najaar in Utrecht plaatsvond en waaraan veertig Nederlandse voedingswetenschappers deelnamen. Belangrijke uitkomst: de officiële Nederlandse aanbevelingen zijn zo slecht nog niet, maar zouden in de toekomst mogelijk verder kunnen worden gedifferentieerd naar subgroepen. Ook is er wellicht ruimte voor meer eiwit in de aanbevelingen.