Standpunt Voedingscentrum | Zijn plantaardige dranken goed alternatief voor zuivel?

11 april 2022 Ir. Marije Seves Annette Stafleu

Voor onze gezondheid en het milieu is het goed om op te schuiven naar meer plantaardige en minder dierlijke voedingspatronen [1, 2]. Minder vlees én minder zuivel zou je misschien zeggen. Maar is het zo simpel?
Voor vlees lijkt gezond en duurzaam meer hand in hand te gaan dan voor zuivel. Tegelijkertijd groeit het aanbod aan plantaardige zuivelvervangers in de supermarkt. Maar leveren deze ook genoeg voedingsstoffen? Wat kun je adviseren?

Minder (rood en bewerkt) vlees eten en vaker variëren met plantaardige alternatieven, zoals peulvruchten en ongezouten noten, is een win-win situatie voor je gezondheid en het milieu. Je verkleint hiermee het risico op ziekten [1] en verlaagt de milieubelasting van je eetpatroon [2]. Voor zuivel is de boodschap iets minder zwart-wit. De Gezondheidsraad adviseert dagelijks enkele porties zuivel te nemen voor je gezondheid. Het nemen van zuivel hangt samen met een lager risico op darmkanker en het eten van yoghurt met een lager risico op diabetes type 2 [1]. Daarnaast bevatten melk en melkproducten eiwit en zijn een bron van de vitamines B2, B12 en calcium. Tegelijkertijd levert zuivel, naast vlees, een grote bijdrage aan de klimaatimpact van ons eetpatroon [3] en gaat de productie gepaard met andere milieuproblemen [4]. Het advies van het Voedingscentrum is dan ook meer een middenweg; eet voldoende zuivel voor de gezondheidswinst en voldoende voedingsstoffen, maar niet meer dan je nodig hebt.
Gemiddeld consumeren volwassenen in Nederland zo’n 330 gram zuivel per dag [5]. Dat ligt rond de aanbeveling. Voor volwassenen van 19-50 jaar is het advies van het Voedingscentrum om elke dag 2 tot 3 kleine porties zuivel te nemen (samen 300-450 milliliter) en zo’n 40 gram kaas [6]. Dat betekent dat een deel van de bevolking iets kan minderen en een deel iets meer kan nemen. Daarnaast zijn er mensen die geen zuivel kunnen of willen eten, bijvoorbeeld vanuit duurzaamheidsoverwegingen. Dat lijkt eenvoudig, want de keuze in de supermarkt is reuze: alternatieven op basis van soja, rijst, amandel, haver, erwten of kokos. Maar hoe gezond zijn deze?
De gezondheidswinst van zuivel kun je niet 1-op-1 vervangen door een plantaardig alternatief. We weten namelijk niet precies of het gunstige effect komt door het calcium of door andere stoffen in zuivel. Maar als er genoeg eiwit inzit en er calcium, vitamine B12 en bij voorkeur ook vitamine B2 aan is toegevoegd, leveren vervangers wel een aantal van de voedingsstoffen die je mist als je geen zuivel gebruikt. In de praktijk is een verrijkte sojadrink de meest volwaardige vervanger. Andere plantaardige alternatieven bevatten vaak te weinig eiwit en/of voedingsstoffen.
Plantaardige zuivelvervangers zijn over het algemeen minder milieubelastend dan koemelk. Er zijn steeds meer plantaardige alternatieven verkrijgbaar, maar de meeste milieudata zijn beschikbaar van sojadrink. En als je dat vergelijkt met koemelk, dan zijn de broeikasgasemissies en het landgebruik ruim twee keer lager [7]. Maar ook plantaardige dranken hebben voor- en nadelen. Zo vraagt de productie van amandeldrink bijvoorbeeld meer water dan de productie van koemelk [8].
Zolang er geen grootschalige systematische onderzoeken zijn naar het korte en lange termijn gebruik van plantaardige zuivelvervangers, weten we niet wat de gezondheidseffecten hiervan zijn [9]. Voor nu blijven we dan ook bij een compromis: neem genoeg zuivel, maar niet te veel. Liever toch vervangen? Kies een verrijkte sojadrink.

Referenties:
1. Gezondheidsraad (2015). Richtlijnen goede voeding 2015. Gezondheidsraad: Den Haag.
2. Van de Kamp, M., et al. (2018). Healthy diets with reduced environmental impact? – The greenhouse gas emissions of various diets adhering to the Dutch food based dietary guidelines. Food Research International, 104: p. 14-24.
3. Vellinga, R.E., et al. (2019), Greenhouse Gas Emissions and Blue Water Use of Dutch Diets and Its Association with Health. Sustainability, 11(21): p. 6027.
4. Clay, N., et al. (2020). Dairy intensification: Drivers, impacts and alternatives. Ambio, 49(1): p. 35-48.
5. RIVM (2019). Voedselconsumptie 2012- 2016. Vergelijking met de Richtlijnen goede voeding 2015. RIVM: Bilthoven.
6. Brink, E., et al. (2019). Development of healthy and sustainable food-based dietary guidelines for the Netherlands. Public Health Nutrition, 22(13): p. 2419- 2435.
7. RIVM (2021). Database Milieubelasting voedingsmiddelen. Geraadpleegd op 22-2-2022 via statline.rivm.nl/#/RIVM/ nl/dataset/50060NED/table?ts=1571390943099.
8. Röös, E., et al. (2018). The role of dairy and plant based dairy alternatives in sustainable diets. Swedish University of Agricultural Sciences: Uppsala.
9. Vanga, S.K. and V. Raghavan (2018). How well do plant based alternatives fare nutritionally compared to cow’s milk? J Food Sci Technol., 55(1): p. 10-20.

Altijd op de hoogte blijven?