‘Eet om ziekte te verslaan’ lijkt het zoveelste boek dat een dieettrend probeert te ontketenen door fundamentele aanpassingen aan ons eetgedrag. Toch biedt het veel meer dan dat. De insteek is dan ook niet gewichtsverlies, maar het verhogen van de weerstand.
De titel ‘Eet om ziekte te verslaan’ is misleidend, en in feite niets anders dan een goedkope verkooptruc. Het bekt nu eenmaal lekkerder dan: pas je voeding aan om de afweermechanismen van je eigen lichaam te ondersteunen. Maar dat is wel waar het boek om draait. Auteur William Li is arts en wetenschapper, gespecialiseerd in de angiogenese (vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande bloedvaten). Hij stelt – en wetenschappelijk onderzoek bevestigt het – dat voedingsmiddelen de diverse afweermechanismen van het lichaam kunnen ondersteunen in hun taken. In zijn boek onderscheidt hij vijf afweermechanismen: angiogenese (bloedvaten), regeneratie (reparatie en herstel van cellen en organen), het microbioom (darmflora), regeneratie (DNA) en immuniteit (witte bloedcellen).
Het boek bestaat vervolgens uit drie delen. Het eerste is vooral een wetenschappelijke beschrijving van de vijf genoemde afweermechanismen, terwijl het tweede deel – mede aan de hand van voorbeelden – ingaat op de manier waarop deze mechanismen beïnvloed worden door (stoffen in) diverse voedingsmiddelen. Het derde deel draait om het met de opgedane kennis samenstellen van een persoonlijk dieet.
Met name de eerste twee delen pakken positief uit. Li doet geen uitspraken in het wilde weg, maar baseert zich op wetenschappelijk onderzoek; op feiten en cijfers. Ongetwijfeld heeft hij hierbij die onderzoeken geselecteerd die zijn verhaal ondersteunen, maar dat maakt de onderzoeksresultaten niet minder relevant: de ondersteunende en versterkende effecten van diverse voedingsmiddelen op de weerstand zijn een feit.
Het derde deel van het boek is minder interessant en draait om het samenstellen van wat Li het 5x5x5-dieet noemt: kies per dag vijf voedingsmiddelen die de vijf afweermechanismen ondersteunen en nuttig deze op een of meer van de vijf voedingsmomenten per dag. Een logisch vervolg op de eerdere twee delen van het boek, maar in feite komt het neer op een omvangrijke, doch incomplete lijst voedingsmiddelen. De recepten aan het einde van het boek hadden weggelaten mogen worden: lezers die de moeite nemen om dit boek te lezen, kunnen prima zelf recepten bedenken of vinden met daarin de door hen gekozen ingrediënten.
Wat ontbreekt, is een hoofdstuk over mogelijke onderlinge interacties die de in het boek besproken bestanddelen met elkaar aangaan. Li legt uit hoe ons lichaam interacteert met bestanddelen uit ons voedsel, maar interacties tussen bestanddelen onderling worden volledig buiten beschouwing gelaten.
Ook voor de voedingsmiddelenindustrie is dit boek interessant. De claims die Li doet omtrent de positieve effecten van voedingsmiddelen zijn wetenschappelijk onderbouwd, wat betekent dat de heilzame effecten – al moeten er natuurlijk geen wonderen van worden verwacht – daadwerkelijk zijn toe te schrijven aan deze voedingsmiddelen.
Eet om ziekte te verslaan is in de markt gezet als zelfhulpboek. Zonde, want het is veel meer dan dat: het is een wetenschappelijke onderbouwing van de toegevoegde waarde van een gevarieerd en bewust dieet.
Eet om ziekte te verslaan van Willem Li is te koop bij Bazarow