Europese Milieucommissie wil regels voor nieuwe gentechnieken versoepelen

30 januari 2024 Joseph Fulgham via Pixabay
De Milieucommissie van het Europees Parlement wil de regels voor gentechnieken in voedselgewassen versoepelen. Een goede zaak vinden wetenschappers, maar er zijn ook zorgen. En staat de consument wel open voor genetisch gemodificeerde voeding?

Woensdag 24 januari stemde een meerderheid van de Europese milieucommissie - 47 tegen 31 leden – met het wetsvoorstel voor nieuwe genomische technieken (NGT’s). Het gaat hierbij om technieken die zijn ontwikkeld nadat de Europese Commissie begin deze eeuw strenge regels vaststelde voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo). Deze technieken, zoals CRISPR-Cas, zijn sneller, eenvoudiger en goedkoper toe te passen dan de oudere.

Het wetsvoorstel versoepelt de regels voor het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde gewassen in Europa. Volgens critici valt hiermee de veiligheidscontrole weg en staat er niet meer op het etiket dat het om een genetisch gemanipuleerd product gaat. Het besluit is nog niet definitief. Op 6 februari stemt het Europees Parlement nog over de kwestie.

Standpunt wetenschap

De wetenschap gelooft in de voordelen die de nieuwe gentechnieken bieden. Zij zien genetische modificatie als een oplossing voor grote problemen als klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en de voedselonzekerheid. Voorafgaand aan de stemming stuurden ruim 1500 wetenschappers, waaronder 37 Nobelprijswinnaars, een open brief aan de Milieucommissie waarin ze vroegen om de nieuwe technieken te steunen. 

In de brief stellen de wetenschappers dat conventionele veredelingstechnieken te veel tijd kosten. Daarnaast helpen NGT’s om landbouwgewassen weerbaar te maken tegen ziekten waardoor er minder pesticiden nodig zijn. “Daarom moeten snelle, doelgerichte en gunstige veredelingsmethoden worden toegevoegd aan de gereedschapskist van de plantenveredelaar. Het wetsontwerp inzake de regulering van NGT-centrales is een belangrijke stap die wij steunen om de ecologische duurzaamheid van voedsel, landbouw en energie te vergroten”, aldus de wetenschap.

Zorgen biologische sector

Volgens critici betekent de versoepeling van de regels dat de veiligheidscontrole wegvalt en dat er niet meer op het etiket hoeft te staan of voedsel genetisch gemodificeerd is. Biojournaal spreekt met Europarlementariër Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren). ““Als er al met het DNA van voedselgewassen wordt gerommeld, dan is een veiligheidsbeoordeling wel het minste wat je als overheid moet garanderen. Het schrappen van de veiligheidsbeoordeling is zeer zorgelijk. Het verleden wijst uit dat gentechgewassen wel degelijk een risico vormen voor de natuur maar ook voor de biologische voedselproductie. Daarnaast dienen ook gezondheidsrisico’s te worden uitgesloten, maar dat kan niet zonder veiligheidsbeoordeling”, aldus Hazekamp in Biojournaal.

Ook biologische foodcoop Odin reageert bezorgd. Zij maken zich zorgen over het wegvallen van de etiketteringsplicht. “Met deze versoepeling wordt de keuzevrijheid van burgers ontnomen. Daarbij komt dat als gentech gewassen worden toegepast op open akkers er een kans is dat gewassen op andere akkers worden ‘besmet’. Dit betekent het einde voor gegarandeerd gentech-vrij voedsel, zoals biologische voeding, en dus ook het einde van keuzevrijheid voor burgers.”

Wensen consument

En tot slot. Wat wil de consument? Uit focusgroepenonderzoek van het Rathenau Instituut blijkt dat Nederlandse burgers de nieuwe gentechnieken het liefst streng willen blijven reguleren. Ze twijfelen over de veiligheid en willen op productetiketten kunnen lezen of deze technieken gebruikt zijn. Burgers onderkennen dat deze nieuwe technieken gewassen kunnen opleveren die beter bestand zijn tegen ziektes en de gevolgen van klimaatverandering. Tegelijkertijd hebben ze er weinig vertrouwen in dat deze technieken daadwerkelijk gebruikt zullen worden voor het oplossen van maatschappelijke problemen, omdat bedrijfsbelangen veelal voorop zullen staan.

Conclusie

De meningen over de nieuwe gentechnieken zijn verdeeld. Dat is ook zichtbaar in de stemming van de Europese milieucommissie, met 47 tegen 31 kun je niet spreken van een overgrote meerderheid. De stemming in Europees Parlement kan ook nog alle kanten op. De komende periode zullen voor- en tegenstanders proberen om de leden van hun standpunt te overtuigen. Hoe dat uitpakt weten we op 6 februari. 

Dit artikel verscheen eerder op: Evmi

Altijd op de hoogte blijven?