‘Laat je niet bang maken door de media’

attachment-Voeding-Nu-bijeenkomst-granen-juli-2015

‘Brood, ik eet het niet meer hoor, want tarwe zorgt voor ziekten.’ Brood komt de regelmatig negatief in de media; het zou ongezond zijn en niet in het dagelijks voedingspatroon thuishoren. Is dat wel waar? Wie kan ik tegenwoordig nog geloven als het aankomt op mijn gezondheid? Tijdens de Voeding Nu Basics bijeenkomst Granen, daar zit wat in! gingen experts in op de positieve gezondheidseffecten van granen. De bijeenkomst vond plaats op 14 april in het Nederlands Bakkerij Centrum in Wageningen. Vijftig nieuwsgierige bezoekers waren erbij.

 ‘Na 70 jaar heeft u waarschijnlijk ongeveer 50.000 uur gegeten en gedronken, meer dan 55.000.000 calorieën geconsumeerd en meer dan 65.000 liter gedronken. We zouden dus allemaal een “eten-en-drinken-expert” moeten zijn … of toch niet?’ Zo begon spreker Fred Brouns, hoogleraar Health Food Innovation aan de universiteit van Maastricht, zijn presentatie. Veel mensen denken wel expert te zijn en dat zie je terug in de media, maar Brouns vindt een mening over voeding net zoveel waard als de gegevens en ervaring waarop deze is gebaseerd. Consumenten weten volgens Brouns dan ook niet meer wie ze moeten geloven. ‘Er gaat zoveel onzin over voedsel de wereld in. Kijk maar naar het boek Broodbuik, de schrijver beweert dat tarwe ziekten veroorzaken. Het Voedingscentrum komt dan als reactie dat dit onjuist is. Dat geloven de meeste mensen op hun beurt ook niet. Ze denken dat de overheid het Voedingscentrum betaalt, en de overheid zou met de industrie praten en de industrie wil verkopen. Ik kan je vertellen dat het Voedingscentrum consumenten wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke informatie biedt over voeding.’ Brouns voegt toe: ‘Wetenschap is “in beweging”: inzichten en conclusies worden bepaald door wat wij kunnen waarnemen/meten en zijn daardoor aan verandering onderhevig. Dat is wat anders dan bedrog. Laat je niet onnodig bang maken door wat er in de media wordt verteld.’


Brouns zoomt vervolgens dieper in op het onderwerp granen. Hij constateert dat in de media vaak wordt gezegd dat het moderne broodtarwe genetisch zou zijn gemanipuleerd en meer gluten zou bevatten, dan vroeger. Dit zou je dik en verslavend maken en een lekkende darm veroorzaken, leidend tot vele ziekten. Volgens de hoogleraar is er op de hele wereldmarkt geen genetisch gemanipuleerd tarwe in de handel. Ook is er tot nu toe niet echt duidelijk dat moderne broodtarwe meer ongewenste eiwitcomponenten heeft dan oudere tarwerassen. ‘Er is geen bewijs dat oudere rassen gezonder zijn dan het huidige broodtarwe.’


Een ander probleem dat volgens Brouns vaak aandacht krijgt in de media zijn lectines. Het zijn plantbeschermende eiwitcomponenten die in de kiem van de tarwekorrel aanwezig zijn, ook wel met wheat germ agglutinin (WGA) aangeduid. Lectines, die in brood voorkomen, zouden voor ziektes zorgen. Ze zouden binden aan receptoren op het celoppervlak, waardoor celschade en ongewenste doorlaatbaarheid van de darm kan optreden. De hoogleraar: ‘Gelukkig leidt hitte bij het bakken van brood tot een denaturatie van de eiwitstructuur, waardoor het bindend vermogen van WGA verloren gaat.’


Hype gaat voorbij

Tijdens de presentatie en de daarbij behorende filmpjes van Brouns hoor je veel mensen in de zaal lachen, maar eigenlijk is het behoorlijk triest wat er te zien is. Aan enkele sporters in het park wordt de vraag gesteld of zij glutenvrij eten. Vele sporters antwoorden met een volmondig ja. Daarna wordt de vraag gesteld wat gluten zijn; niemand van de sporters weet het antwoord. ‘Consumenten willen iets vermijden waarvan zij niet weten wat het is.’ Brouns vertelt dat gliadine en glutenin samen gluten zijn. Gluten zorgen voor structuur, de elasticiteit, in bijvoorbeeld brood en cake. Wanneer deze worden gebakken gaan ze rijzen door gluten. Alleen mensen met coeliakie (1,5-2% in Nederland) moeten hun leven lang glutenvrij eten, omdat zij anders gezondheidsklachten krijgen. Brouns: ‘Glutenvrije producten zijn qua samenstelling niet gezond voor iedereen. Vaak zit er in dit soort producten meer vet, suiker en geraffineerde zetmeelbronnen.’ Hij verwacht dan ook dat de hype glutenvrij binnenkort over is. ‘Het enige voordeel van de hype is dat er voor mensen die echt een allergie of overgevoeligheid hebben voor gluten meer variatie in producten is gekomen.’


Brouns benadrukt dat er geen bewijs is dat de consumptie van volkoren tarweproducten bijdraagt tot ziekte. Dagelijks volkoren in het voedingspatroon vermindert juist het risico op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en darmkanker. Dat geldt niet voor de consumptie van geraffineerde witte bloem producten. ‘Wat mij betreft mag er meer aandacht komen voor (zuur)desembrood. Deze broden hebben een hogere biobeschikbaarheid qua nutriënten.’


Zuurdesembrood

Spreker Jan Willem van de Kamp, senior Officer International Projects Food and Nutrition bij TNO, is betrokken bij het project HealthBread, waarbij gezonder en smakelijk brood wordt ontwikkeld. Hij lichtte toe dat wanneer producten worden gefermenteerd (zoals gebeurt bij zuurdesembrood), de antioxidanten beter beschikbaar zijn en beter worden opgenomen in het spijsverteringskanaal. Ook is er op deze manier een verminderde volkorensmaak. Uit het publiek komt de vraag of fytinezuur in brood ongezond is. Van de Kamp vertelt dat fytinezuur kan zorgen voor een verminderde opname van vitamines en mineralen. ‘Maar, die effecten zijn minder wanneer het brood wordt gefermenteerd.’


Ook verwees hij tijdens zijn voordracht al naar de voorlopige rapporten over granen van de Gezondheidsraad voor de nieuwe Richtlijnen Goede Voeding en constateert op basis daarvan dat vezels ‘kampioen’ zijn. ‘De gezondheidseffecten komen voort uit de matrix van componenten uit de hele graankorrel, met name de zemel, maar het is nog onbekend welke componenten op welke effecten betrekking hebben’, aldus Van de Kamp.


Te veel koolhydraten

Ellen Govers, diëtist en voorzitter van het Kenniscentrum Diëtisten Overgewicht en Obesitas (KDOO), ging tijdens haar voordracht in op een aantal voorbeelden uit de praktijk. Ze werkt in haar praktijk met koolhydraatverlaging voor (obese) patiënten. Vaak hebben zwaarlijvige mensen insulineresistentie, zij zullen volgens de diëtist profiteren van een koolhydraatarm-dieet. Wel vertelt ze dat het van belang is dat dat gebeurt onder leiding van een diëtist en dat brood zonder compensatie niet moet worden weggehaald.


Ook vindt ze het belangrijk dat cliënten in balans zijn. ‘Cliënten eten vaak veel te veel koolhydraten en gaan dan de schuld steken op koolhydraten. “Koolhydraten maken mij dik”, zeggen ze dan. Maar dat is logisch, als je voedingspatroon voor 80 procent uit koolhydraten bestaat. Slechts 20 procent eet volgens de aanbevolen hoeveelheden.’ De diëtist is van mening dat de snelle koolhydraten en koolhydraten zonder vezels uit het dieet moeten worden geschrapt. Ook vindt ze dat de energiebehoefte individueel zou moeten worden bepaald op basis van de 4 punts impedantiemeting: BMR; vet%, spier%, visceraal vet%, BMI; gewicht. ‘De energiebehoefte van 2000-2400 kcal per dag is slechts een aanname.’


Govers voelt zich gesteund door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) die recent een nieuwe richtlijn over vrije suikers uitbracht. De WHO adviseert hierbij om niet meer dan 10% van alle energie uit vrije suikers te halen. Hoewel dit advies is gericht om het tandcariës probleem bij kinderen te verhelpen, is ze toch erg blij met het advies door een groot adviesorgaan. Volgens haar is het een steuntje in de rug, ‘want we eten al snel te veel’. Ook vindt ze dat de praktijk en de wetenschap op het gebied van voeding en bestrijding van overgewicht naar elkaar zijn toegegroeid.


Volkorenproducten

Danielle Wolvers, senior kennisspecialist Voeding en Gezondheid, ging vanuit het Voedingscentrum in op de voedingsaanbevelingen van verschillende landen. Ze vertelde daarbij dat wetenschappelijk advies de beste is. Wat opviel bij de aanbevelingen is dat elk land dat ze liet zien (Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden, Australië, Verenigde Staten) van een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid nutriënten naar een aanbeveling van productgroepen en voedingspatronen gaat. Ook wordt in veel landen geen aanbeveling (meer) gedaan over de glykemische index wegens te weinig bewijs. En in alle landen wordt geadviseerd om gebruik te maken van volkorenproducten.


Dit artikel verscheen in Voeding Nu nummer 7/8 van juli/augustus 2015 op bladzijde 16

Altijd op de hoogte blijven? 

Neem een abonnement
  
Lees ook
Gezond opgroeien: Is co-creatie met kinderen de oplossing?

Gezond opgroeien: Is co-creatie met kinderen de oplossing?

Op 13 oktober vond in Villa Flora (Brightlands/Venlo) het symposium ‘Just Eat It’ plaats, waarbij professionals uit de gezondheidszorg en het bedrijfsleven elkaar ontmoetten voor inspiratie rondom het thema gezond opgroeien. Eén ding waar alle partijen het over eens zijn: om gezond gedrag bij kinderen te stimuleren is co-creatie mét de kinderen de...

Voeding in de media - week 39

Voeding in de media - week 39

Resultaat Wetsvoorstel elektronishe gegevensuitwisseling in de zorg, waarneming van smaak door baby’s in de baarmoeder en circulaire systemen tegen hongersnood. Dit lazen we deze week in de media over voeding.

De sportieve relatie van de darmen en de spieren

De sportieve relatie van de darmen en de spieren

Het darmmicrobioom geeft beetje bij beetje zijn geheimen prijs. Waar niemand nog naar had gekeken, was de relatie tussen voeding, de werking van de darmen en sportprestaties. Onderzoeker Britt Otten zette een reeks experimenten op om te zien of vezelrijke voeding het uithoudingsvermogen kan verbeteren. Het antwoord is voorlopig: zou best kunnen.